Blog
Geplaatst op woensdag 09 juli 2014 @ 02:51 door Travelboy , 1174 keer bekeken
Iedereen die op safari gaat wilt graag zo veel mogelijk zien. Tijdens die trip over de Afrikaanse savanne wil je natuurlijk het onderste uit de kan halen. Je wilt je tijd in Afrika onvergetelijk maken en probeert dieren op de gevoelige plaat vast te leggen. Dieren van de Big Five zijn natuurlijk ontzettend bijzonder, maar om deze te vinden moet je wel geduld hebben. Rustig rijden is het devies. Ook kleinere dieren, zoals uilen, kunnen natuurlijk bijzonder zijn. Neem daarom je tijd en kijk goed rond.
1. Neem je tijd
Je hebt een paar dagen ingepland in een natuurpark of misschien zelfs een week of langer. Toch heeft het geen zin om alles proberen te zien. Je kan niet alles zien in zo een relatief korte periode en het is nutteloos om het te proberen. Je kan beter de tijd die je hebt gebruiken om rustig aan te kijken. Te kijken naar dieren en zelfs stil te staan bij dieren. Vaak zie en hoor je op deze manier veel meer en juist deze momenten kunnen je goed bij blijven. Het is namelijk ontzettend bijzonder om een uur vlakbij leeuwen te staan met je auto.
Neem dus de tijd. Je kan op deze manier goed ontspannen, maar je kan ook meer genieten. Je hebt geen haast, je hoeft niet ongelooflijk veel te zien en je kan de tijd nemen die jij ergens voor wilt nemen. Je bent nergens toe verplicht, wat er voor zorgt dat je uiteindelijk meer zult genieten. Natuurlijk is het soms verstandig om snel door te rijden, maar ga dan niet te snel rijden of zenuwachtig rijden. Je ziet wat je ziet en ziet niet wat je niet ziet. Daar doe je niks aan.
2. Rijdt rustig
Rustig rijden kan eigenlijk twee dingen betekenen. Dat je zonder haast rijdt en dat je erg langzaam rijdt. Beide zijn hier van toepassing, omdat het beide gunstig is voor het spotten van dieren. De "ideale" snelheid om dieren te spotten ligt tussen de vijftien en twintig kilometer per uur. Mocht je kilometerteller op mijlen per uur staan, dan is dit ongeveer tien tot twaalf mijl per uur.
Dat je meer ziet omdat je langzaam rijdt heeft vooral te maken met de schutkleuren van dieren. Dieren zoals luipaarden, leeuwen en cheeta's zijn goed gecamoufleerd en slecht zichtbaar. Als je langzaam rijdt merk je eerder bewegingen op wat er toe leidt dat je eerder dieren ziet. Het is geen garantie om leeuwen te zien, maar verhoogt je kans aanzienlijk. Het heeft uiteindelijk ook helemaal geen zin om hard te rijden, want het maakt niet uit hoe ver je komt.
Het zonder haast rijden is erg belangrijk, ook als je het park weer uit moet. In park zoals het Kruger nationaal park moet je op bepaalde tijden weer terug zijn bij je kamp. Begin op tijd met terug te rijden, zodat je nog bij een bijzonder dier kan stoppen. Zorg ook dat je geen afspraken maakt waarbij je erg ver moet rijden.
3. Overbrug kleine afstanden
Het rustige rijden en kleine afstanden overbruggen heeft met elkaar te maken. Probeer zo veel mogelijk je afstanden te beperken tot ongeveer honderd kilometer. Van kamp tot kamp rijden moet namelijk niet te lang duren. Met een afstand van honderd kilometer en een snelheid van twintig kilometer per uur duurt het dus alsnog vijf uur voordat je in het andere kamp bent. Tel daar nog bij op dat je gaat picknicken of een kop koffie haalt en je bent zo zes uur onderweg.
Kleine afstanden zorgen ervoor dat je rustig kan blijven rijden, maar wel veel nieuws ziet. Een afstand van honderd kilometer kan wel veel tijd in beslag nemen, maar je ziet alsnog erg veel nieuwe dingen. Toch duurt het zo niet te lang, wat een enorm voordeel is. Je blijft fit en scherp als je niet te lang onderweg bent. Daarnaast is er altijd wel iets nieuws te ontdekken binnen een straal van zo een veertig kilometer.
4. Verblijf ergens langer
Ergens langer verblijven is een ideale manier om meer van de omgeving te zien. Daarnaast heb je de tijd om ook eens iets anders te doen dan op safari te gaan, omdat je zo veel mogelijk wilt zien. Ergens langer verblijven betekend uiteindelijk dat je de rust kan pakken die je wilt. Het is slim om ergens net zo lang te verblijven totdat je de omgeving in een straal van vijfentwintig kilometer redelijk hebt gezien. Vaak kost je dit ongeveer drie dagen, alhoewel het altijd afhangt van hoeveel wegen er lopen. Een verblijf van drie dagen is in ieder geval ruim voldoende op de meeste plekken. Na die drie dagen is het gungstig om minimaal zestig kilometer te rijden, omdat de omgeving dan vaak al heel erg anders is en je niet weer hetzelfde gebied gaat zien. Het is soms gunstiger, ook qua rust, om twee keer drie dagen ergens te verblijven dan zes keer ergens één dag.
5. Doe minimaal twee georganiseerde ritten (met een ranger)
Georganiseerde ritten zijn enorm gunstig om dieren te zien. Er gaat namelijk een ranger mee die kennis heeft van het gebied en de dieren die er zitten. Hij weet waar hij moet kijken en zal je informatie kunnen geven over de dieren en planten. Ook zal hij je kunnen vertellen waar jij moet kijken voor de dieren die je wilt zien en mogelijk gidst hij je er zelfs heen.
Verder heb je met een gids vaak de mogelijkheid om op tijden te rijden wanneer je zelf niet meer mag rijden. Het is dan extreem rustig, waardoor je meer zult zien. Ook komt daar nog eens bij dat je bijvoorbeeld een nachtrit kan maken, waardoor je andere dieren ziet dan normaal. Vaak kun je verzoekjes indienen, de gids en chauffeur gaan dan zoeken naar jouw verzoek. Dit kan een dier zijn, maar ook een bepaald sterrenbeeld of zelfs een bepaalde plant. Wel moet de gids zich aanpassen aan de groep waarmee je gaat, dus verwacht niet dat jij alles bepaald. Mocht je dit wel verwachten kan je beter een privé-safari boeken ergens.
6. Doe ook eens wat anders
Om veel plezier te behouden tijdens je safari is het verstandig om ook eens iets anders te doen. Het is niet slim om van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in de auto te zitten. Ten eerste raak je dan ernstig vermoeid. Ten tweede zal het vanzelf gaan vervelen. Ten derde zit je dan ook te veel, wat niet goed voor je is. Probeer dus tussendoor te gaan zwemmen, doe een gezelschapsspel en praat wat met je buren. Zoek contact met de mensen uit het land waar je verblijft, ga boodschappen doen of ga lekker zonnen. Dit zorgt er voor dat je ontspannender weer zult beginnen aan je autorit, wat er voor zorgt dat er minder stress en spanning zal zijn.
7. Plan zorgvuldig je reis voor optimaal plezier
Een zorgvuldige planning is erg belangrijk. Doe thuis je huiswerk. Kijk naar het gebied en wat er te zien is. Mocht je weten wat er te zien is, kijk dan ook naar hoe je het dier het beste ziet. Een leeuw is bijvoorbeeld het gemakkelijkste te vinden op een schaduwplek, vaak onder een boom. Kijk hier dus zorgvuldig naar en denk na wat je wilt zien. De natuur laat zich niet plannen, maar jij kan wel beïnvloeden wat je gaat zien. Focus je desondanks niet te veel op dat ene dier.
8. Ga ook eens wandelen of fietsen (afhankelijk van waar)
Een welkome verandering is altijd fijn. Zo kan je ook eens op wandelsafari of fietssafari gaan. Een wandelsafari richt zich vaak op de kleinere dieren, de planten en het avontuur. Tijdens een wandelsafari van zo een twee tot drie uur overbrug je vaak een afstand van ongeveer acht tot tien kilometer. Je zal vaak stil staan, maar loopt toch stevig door. Het is gewoon veilig, want de gids draagt - voor de noodgevallen - altijd een geweer met zich mee.
Een fietssafari is iets totaal anders uiteraard. Meestal ga je op mountainbikes fietsen dwars door de natuur. Je zal van de meest gebaande paden af gaan om dieren te ontmoeten. Je zal zo een drie uur op de fiets zitten waarin je een afstand overbrugt van ongeveer vijftig kilometer. Het tempo kan uiteraard worden aangepast, maar probeer een redelijke conditie te hebben. Je hoeft niet topfit te zijn, zolang je de pedalen maar goed rond krijgt.
Voor zowel wandelsafari's als fietssafari's zijn er vaak minimumleeftijden. Denk hierbij aan een leeftijd van zes tot twaalf jaar oud. Je hoeft dus niet per se volwassen te zijn, maar wel groot genoeg.
9. Focus niet teveel op dat ene dier
Voor de ontspanning tijdens de safari is het verstandig om je niet te veel te focussen op dat ene dier. De kans dat je het dier ziet bestaat toch altijd. Je hebt elk moment een kans, maar probeer ondertussen vooral te genieten van de andere dieren en je tijd. Zo zal je in sommige gebieden heel erg gemakkelijk neushoorns zien, terwijl het elders haast onmogelijk is. Maak je daarom geen zorgen. De kans dat je dat ene dier ziet verhoog je niet door gestrest te rijden of hard te rijden.
10. Kijk ook naar het kleine
Het kleine leven kan net zo indrukwekkend zijn als het grotere leven. Gigantische bomen, olifanten, leeuwen en luipaarden zijn uiteraard heel erg interessant. Het kleine leven, waaronder insecten en vlinders, kunnen daarentegen ook heel erg interessant zijn. Zeker voor fotografen kunnen insecten en vlinders heel erg leuk zijn om te fotograferen. Vanwege de vele kleuren en het vrolijke rondfladderen zijn vlinders bijvoorbeeld een ideaal object om op de gevoelige plaat vast te leggen.
Wat je kan doen om het kleine leven te zien, is rond te lopen rond je huisje of tent. Doe dit niet als het onbeschermd - en daarmee onveilig - is, maar doe het wel als het gebied toch is omheind. Zo kan je namelijk eekhoorns, vlinders, uilen en andere bijzondere dieren tegenkomen. Dieren die je anders nooit had gezien.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.