De Vakantietotaalclub

Op reis voor Traveler kom ik altijd Nederlanders tegen, waar ik ook kom. Meer dan welke nationaliteit dan ook. Een Griekse toerist zie ik nooit, laat staan een Qatarese backpacker. Zweden, Duitsers, Australiërs, ja, ook zij reizen de wereld rond, maar Nederlanders zijn werkelijk overal. De drang de wereld te verkennen zit in onze genen verankerd.

Omdat ik onderweg altijd meer durf, nieuwsgieriger ben dan thuis, stap ik op reis vaak op mijn landgenoten af. Ik vind het aardig te leren waar ze vandaan komen, wat voor soort reis ze maken, welke route ze volgen of hoe zij een bestemming ervaren. Het is nooit moeilijk een Nederlander te spotten. Maar misschien wil je helemaal niet herkend worden en ga je liever op in de local crowd. Voor de zomervakantie: 7 tips om te voorkomen dat je op reis wordt herkend als een Nederlander.

1. Lang, langer, langst
Nederlanders zijn het langste volk ter wereld. Onze gemiddelde lichaamslengte is bijna 183 cm. Dat helpt natuurlijk niet. Zeker op continenten als Azië en Zuid-Amerika steken we hoog boven iedereen uit – ik ervaar het zelf met mijn 193 cm elke keer weer. Vooral in mensenmassa’s is het onmogelijk de Nederlandse reiziger niet aan te wijzen. Als hoge bomen staan ze daar, in een bos van buitenlandertjes. Draag daarom een pet, muts of hoed die de plaatselijke bevolking ook draagt, dat biedt mogelijk enige soelaas.

2. Senk joe!
Zelfs als je er niet in slaagt een Nederlander te zien, dan kun je hem altijd wel horen. Soms sta ik op een markt, in een rij of langs de weg, en ben ik ongevraagd getuige van een gesprekje achter mij. ‘Doe joe no de wee toe de steesjun? Senk joe!’ Jahoor, een landgenoot. Het accent van de meeste Nederlanders is zo sterk dat het pijn aan de oren doet. Kriebelig word ik ervan. En helaas generen we ons er niet voor daarbij de stem te verheffen. We vinden onszelf namelijk heel grappig, dat mag best iedereen horen. Ik raad aan de lokale taal te spreken, of handige vertaal-apps te gebruiken – dan kan dat horkerige Engels achterwege blijven.

3. Lekker makkelijk
Of Nederlanders nu in een restaurant in Helsinki zitten, of door de jungles van Cambodja wandelen, ze kiezen steevast voor de driekwart- of afritsbroek. Lekker makkelijk. Niet dat iemand ooit de pijpen ook werkelijk losritst – heb je wel eens geprobeerd ze weer vast te ritsen? Haha. Vooral de driekwartsbroeken, waarbij de pijpen halverwege de scheenbenen eindigen, kan ik niet velen. Kan iemand mij (en de rest van de wereld) uitleggen wat het voordeel van die broeklengte is? Draag gewoon een spijkerbroek, of andere jeans, en shorts als de temperatuur het toestaat.

4. Wilde krullen en vlot kort
Vaders met te wild of te lang krullend haar: jullie ogen best jong en sportief, maar in mijn ogen kán het gewoon niet meer zodra je een bepaalde leeftijd hebt overschreden. Houd het kort. Haar verraadt de Nederlandse vrouw nog eerder. Ze is te herkennen aan het vlotte, korte, stekelige haar, vaak donkerrood geverfd en voorzien van een flinke lik gel. Dames, laat het lekker groeien of doe een muts of pet op.

5. Hockey State University 1968
Waaróm is mij een raadsel, maar we zijn het enige volk dat T-shirts draagt met daarop de naam van niet-bestaande opleidingen in de VS, inclusief raadselachtige jaartallen. Een greep uit het aanbod: ‘New York Football College Since 1902’, ‘San Diego Hockey State University 1968’, ‘World Union of Rugby High School 1985, Kansas City’. De shirts, soms met een kraagje dat half overeind staat, zijn oud-roze met blauwe letters, of oranje met bruine typografie. Volg mijn persoonlijke regel: draag géén T-shirts met teksten of afbeeldingen van plekken waar je zelf nog nooit ben geweest – of die niet eens bestaan!

6. Ingewikkelde brilmonturen
Felrood, lichtgroen of gewoon kek paars: Nederlanders zijn dol op ingewikkelde brilmonturen. Modern design, heet dat dan. Thuis vallen ze niet op, omdat een groot deel van de bevolking naar dezelfde opticien gaat, maar in het buitenland des te meer. Vooral opvallend – en vermakelijk – op een strand, waar zo’n bril boven een naakt of slechts ten dele bedekt bovenlijf geen gezellige kleurencombi kan aangaan. Kies voor contactlenzen of neem gewoon een zwart of donkerbruin model mee. Echt.

7. Bedek jezelf
Tuurlijk, op sommige bestemmingen is het verschrikkelijk warm. Maar dat houdt niet in dat we overal maar zo min mogelijk kleding kunnen dragen. Nederlanders vinden algauw dat alles mag, dat niets te gek is. Maar toon respect voor de lokale dress code. Zelfs al is het strand om de hoek, bedek je als je het nabije dorp of stadje binnenwandelt. Ga vooral niet met ontbloot (en vaak roodverbrand) bovenlijf op een terrasje van een restaurant zitten, loop dat bergdorpje niet binnen met een bijna niets verhullend shirtje. Het is respectloos, onsmakelijk. Je loopt toch ook niet in zwembroek en slippers door het centrum van, zeg, Zoetermeer...

Senk joe!

•bron: www.nationalgeographic.nl/