Blog
Geplaatst op dinsdag 08 december 2015 @ 18:58 door Travelboy , 1578 keer bekeken
1 / 20
Fotograaf
Fernando Resendes/azoresphotos.visitazores.com
De zeewind voert de boventoon op de Azoren, een Portugese archipel midden in de Atlantische Oceaan. De negen vulkanische eilanden zijn jarenlang gevormd door lava, met Pico als het hoogtepunt van 2351 meter. Actief zijn de vulkanen niet meer, maar dat kan over de eilanden niet gezegd worden. De bevolking houdt van gezelligheid en weet overal een feestelijke aanleiding voor te vinden.
Niet te missen is de legende van Pico, Antero Soares, die ook wel ‘Vigia’ wordt genoemd. Na eeuwen op walvissen gejaagd te hebben, staat Soares nu in contact met ze en tipt hij Frank Wirth tijdens walvistochten over hun locatie. Samen maken zij zich sterk voor de wilde dieren. Sinds 2012 zet de eilandengroep zich vooral in voor duurzaam toerisme, waardoor natuur en bezoeker in volledige harmonie zijn. Naast walvissen spotten kun je op de Azoren uitstekend zwemmen met wilde dolfijnen, wandelen, kilometers lange tochten fietsen langs de wijngaarden, beschermd door lavastenen. De zilte smaak van het eiland laat zich bovendien bijzonder goed vangen in de lokale kaas. —Sabine de Witte
Kans maken op een vijfsterrenreis naar deze ultieme bestemming? Doe mee en win een trip naar de Azoren!
2 / 20
Fotograaf
Johnny Haglund/Getty Images
Als laatste boeddhistische koninkrijk in de Himalaya is Bhutan anders dan de rest van de wereld. De vlucht ernaartoe vereist een vliegtuigje dat wendbaar genoeg is om tussen hoge pieken door te laveren en te landen in het toeristencentrum van de Perovallei, waar het aantal hotels de laatste jaren is verdrievoudigd, nu het ooit geïsoleerde land zich openstelt voor bezoekers. En dan is er oostelijk Bhutan: een woest gebied waar zelden toeristen komen. Maar de zware rit per terreinwagen wordt beloond.
‘Je bent de eerste buitenlander in 22 jaar,’ roept een verraste monnik uit als hij een buitenlandse bergwandelaar verwelkomt op zijn in mist gehulde buitenpost bij Mongar. In het dorp Lhuntse tonen vrouwen felgekleurde zijdestoffen aan Bhutaanse kooplui, die uit de hoofdstad Thimphu komen om het kostbare kushutara-brokaat in te slaan. Familieherbergen bieden de reiziger een slaapplek en traditionele maaltijden als ema datshi, pittige pepers en kaas met rode rijst. Dit is het onbekendste én meest gastvrije Bhutan – de perfecte combinatie voor iedere avonturier. —Costas Christ
3 / 20
Fotograaf
Pietro Canali/Sime/eStock
‘Ik hou van je! God houdt van je!’ herhaalt Johnny Barnes, een 92-jarige Bermudaan die op een rotonde in Bermuda’s hoofdstad Hamilton elke werkdag naar voorbijkomende scooters en auto’s zwaait. ‘Het ziet er hier misschien erg proper uit,’ zegt taxichauffeur Larry Rogers, ‘maar dit is ook een eiland van excentriekelingen.’ Inderdaad, wie achter de façade van de keurige gazons van dit Britse overzeese gebiedsdeel kijkt, vindt genoeg eigenzinnigheid.
Elk jaar strijden deelnemers aan de Non-Mariner’s Race (dus níet voor zeelieden) om de eer het krakkemikkigste vaartuig ter wereld te bouwen – het bootje dat het snelst zinkt, wint. Nazaten van Indiaans-Amerikanen houden trotse pow-wows. En politie- en zakenmensen staan erop kniehoge sokken onder hun shorts te dragen – wat de rest van de wereld er ook van denkt. Je kunt de drukte van de America’s Cup in 2017 vóór zijn door Bermuda nu al te bezoeken. O ja, en vergeet niet terug te zwaaien naar Johnny. —Chaney Kwak
4 / 20
Fotograaf
Guido Cozzi/HH
Voor Ljubljana, de hoofdstad van Slovenië, wordt 2016 een feestelijk jaar. De stad, met slechts 280.000 inwoners, is verkozen tot Groene Hoofdstad van Europa. Van een stad die dreigde dicht te slibben door te veel auto’s ontwikkelde Ljubljana zich tot een milieu- en fietsvriendelijke gemeente. Bovendien viert het land in juni 25 jaar onafhankelijkheid. Genoeg redenen, denken wij, om een citytrip naar deze rijke plek te overwegen.
Volgens Brina Cehovin van het Sloveens verkeersbureau is Ljubljana een kruising tussen Wenen en Praag. ‘Grandeur, geschiedenis en gezelligheid komen hier samen,’ vertelt ze. Om dat allemaal te ervaren huur je een fiets. Rijd langs de prachtige renaissancistische en barokke architectuur (van bijvoorbeeld het Seminary Palace), die zo kenmerkend is voor het autovrije centrum, en steek dan ook Tromostovje over, de drie fraaie bruggen over de rivier de Ljubljanica, ten noorden waarvan het belangrijkste plein van de stad kan worden ontdekt, het Prešerenplein.
Met een speciale toeristenkaart heb je niet alleen toegang tot alle musea en belangrijkste bezienswaardigeheden, maar kun je ook gebruikmaken van wifi en gratis openbaar vervoer. Slovenië is kleiner dan België, dus de stad is tevens het ideale startpunt voor uitstapjes naar de overweldigende natuur. —Paul Römer
5 / 20
Fotograaf
Bobby Haas/National Geographic Creative
In een deel van de wereld dat bekendstaat om zijn grootse landschappen en weidse vergezichten weet de Okavangodelta in Botswana er nog een schepje bovenop te doen en iedere reiziger te raken als een wonder. De delta, een enorme waaier van water uit rivieren die in de loofwouden van het Angolese hoogland ontspringen, verdampt ruim driehonderd kilometer verder in het zand van de Kalahariwoestijn en is een van de laatste plekken op aarde waar je de Big Five van de Afrikaanse safari bijeen kunt zien: de olifant, de leeuw, de gnoe, de luipaard en de neushoorn. En op het nippertje. Begin vorige eeuw hadden Europese en Amerikaanse jagers bijna alle olifanten in het gebied afgeschoten, waardoor belangrijke watergeulen in de delta dichtgeslibd raakten.
Maar in de decennia erna wisten natuurbeschermers de ondergang van dit uitgebalanceerde ecosysteem af te wenden, en in juni 2014 werd het tot wereldnatuurerfgoed uitgeroepen. De toekenning zal een gebaar blijven zolang de regeringen van Angola en Namibië weigeren de rivieren te beschermen die deze delta voeden. De romantische beslotenheid van dit ‘Venetië van de natuur’ ervaar je het best op een tocht met een gids, per boomstamkano. De kleuren van de malachietijsvogel, het luide geschamper van nijlpaarden, de kreten van de hadada-ibis – ze herinneren ons eraan dat een aarde zonder wildernis een schraal en eenzaam oord zal zijn. Wij mensen maken deel uit van deze rijke, zeldzame en kwetsbare wereld. —Alexandra Fuller
6 / 20
Fotograaf
Günter Gräfenhain/Sime/eStock
In de Côte d’Or – de meest vermaarde wijnregio van de Bourgogne (Bourgondië) – werden de eerste druivenstokken geplant door de Romeinen, en nog altijd trekt de streek wijnpelgrims uit de hele wereld. Volgens de bewoners is er geen plek in Frankrijk waar de wijntraditie zó diep is geworteld en zó bewust wordt gecultiveerd. Trots zijn ze ook op de bouw van een nieuw wijncentrum voor hun aanbeden terroir, de Cité des Vins de Bourgogne, en op hun status als werelderfgoedregio sinds juli 2015.
Anders dan het vlakke land van de Bordeaux, traditioneel beheerst door adellijke families, vormen de kalkhellingen van de Côte d’Or een lange strook land die op sommige plekken amper 1500 meter breed is. Deze wirwar van wijngaarden, op drie uur rijden van Parijs, is eigendom van honderden wijnbouwers, nazaten van boerenfamilies die soms maar drie rijen wingerds bezitten, op een akker ter grootte van een jeu-de-boulebaantje.
Huur een fiets en volg al proevend de Route des Grands Crus, langs wijngaarden die vinologen doen watertanden, zoals Puligny-Montrachet. In het naburige La Grilladine, in de middeleeuwse stad Beaune, hoort bij de bœuf bourgignon natuurlijk de lokale vieille vigne (wijn van oude stokken). Sluit de dag af in Hôtel Le Cep, in Beaune’s oude centrum. Jean-Claude Bernard, hoteleigenaar van de derde generatie, houdt van het leven maar is ook down-to-earth. Kortom, een echte Bourgondiër. —Liz Beatty
7 / 20
Fotograaf
Adam Hester/Getty Images
In Brazilië, een land dat grossiert in paradijselijke stranden, bewijst de noordoostelijke deelstaat Rio Grande do Norte dat het méér heeft te bieden dan zon en zee. Met de grootste kasjoeboom ter wereld, zijn befaamde zeezoutproducten (en ja, ook eindeloze stranden), steekt de regio – ‘de elleboog van Brazilië’ – fier uit in de Atlantische Oceaan. De hoofdstad Natal, op drie uur vliegen ten noorden van Rio de Janeiro, heerst over een kustgebied met 233 zonnige dagen per jaar.
De laatste tijd wordt er veel publiek en privaat geld gestoken in het historisch arme binnenland, de kurkdroge sertão, een regio die rijk is aan folklore (kleifiguurtjes, matten van geweven palmbladeren) en culinaire rariteiten als carne-de-sol (zongedroogd rundvlees) en cassavefrites. Het is ook de bakermat van de forró, een uitbundige mix van accordeon- en triangelmuziek op het ritme van de zabumba-trommel, dat stelletjes aan het zwieren brengt. Rio Grande do Norte behoort tot de meest gastvrije en zonovergoten regio’s van Brazilië. —Michael Sommers
Lees ook ons verhaal over natuurlijk Brazilië!
8 / 20
Fotograaf
Paul Panayiotou/4Corners/Sime/eStock
Met een lengte van ruim 2800 kilometer – van het Zwarte Woud tot de Zwarte Zee – is de rivier de Donau al millennia de belangrijkste doorgangsroute van Midden- en Oost-Europa. Herodotus noemde de Donau 2500 jaar geleden de ‘grootste aller rivieren’.
De rivier slingert zich als een lint van geschiedenis door tien landen, langs 13de-eeuwse gotische kerken en door Transsylvanische landschappen. Zie de historische skylines van paleiselijke hoofdsteden als Wenen en Boedapest langzaam boven de bomen opdoemen als je op een boot een bocht in de rivier rondt. Je meert aan in oude Europese steden als het Duitse Regensburg, dat wordt genegeerd door de autobanen, maar dankzij de cruiseschepen op de Donau een toeristische boom beleeft.
Zittend aan de oever van deze rivier schreef de bekende reisschrijver Patrick Leigh Fermor in 1933: ‘Ik verzink diep in een van die uitgestrekte momenten van verrukking die als sterretjes op deze reis neerdalen. Iets langer, zo voelde het, en ik was als een raket de lucht in geschoten.’ Maak een cruise op deze legendarische rivier, en je zult je wellicht ook zo voelen. —Bill Fink
9 / 20
Fotograaf
Kathleen Wasselle Croft
De Inuit van Groenland noemen het sila, de immense natuur die je met alle vijf zintuigen ervaart: de fluisterende wind die het sneeuwdek vormgeeft, de ademteug van vriesdroge poollucht, de ruwe aanraking van rotsen langs de kust. ‘We weten dat we de natuur niet kunnen beheersen’, zegt Groenlander Jane Petersen.
Kalaallit Nunaat, zoals Groenland door de inheemse Inuit wordt genoemd, is het laatste onontsloten gebied van het noorden, een reusachtige steenmassa onder een ijskap die 34 keer zo groot is als Nederland. Helderblauwe rivieren banen zich een weg door deze witte woestenij en storten zich in duizenden bulderende watervallen in enorme fjorden. Met een qajaq (kajak) kun je spuitende walvissen van dichtbij bekijken; en wie het geluk heeft op een klein schip afgelegen oorden te bereiken, merkt dat Groenland de beste plek op aarde is om ijsberen in het wild te spotten.
In 2016 zullen wintersporters zich verzamelen in de hoofdstad Nuuk, voor de Arctische Winterspelen, het grootste internationale evenement ooit in dit land. Naast skiën en ijshockey zullen de deelnemers zich meten in spelletjes als vingerworstelen en de knielsprong. ‘We beseffen dat we dit land in pacht hebben,’ zegt Petersen. ‘Daarom houden we er zo van om het met anderen te delen.’ —Andrew Evans
10 / 20
Fotograaf
Toshi Sasaki/Getty
Een zwart oerlandschap van gestolde lava beheerst het Hawaii Volcanoes National Park, het geblakerde visitekaartje van de voornaamste ingezetene van dit park: de Hawaïaanse vuurgodin Pele. Naar verluidt huist zij in de Kilauea, een van de twee vulkanen op Big Island die tot de actiefste ter wereld behoren. Pele heeft niet stilgezeten: sinds 1986 is gesmolten gesteente uit het binnenste van de aarde sissend en stomend de Grote Oceaan in gevloeid en heeft hectaren aan nieuw land gecreëerd.
‘Veel mensen komen voor de lava,’ zegt Clarence Aku Hauanio, uit een familie die al vier generaties in dit park van 1300 vierkante kilometer werkt. ‘Maar er is zoveel meer: de kust, het regenwoud, duizenden Hawaïaanse rotstekeningen en al die dier- en plantensoorten die je alleen op Hawaï vindt. Ook al werk je hier 29 jaar, zoals ik, je ontdekt elke dag iets nieuws.’ —Christopher Hall
11 / 20
Fotograaf
Jim Richardson/National Geographic Creative
Als Edinburgh die adellijke tante op het Schotse theekransje is, dan is Glasgow – zeventig kilometer westelijker, aan de rivier de Clyde – de oom in kabeltrui die bij het weggaan de theepot omstoot. Schotlands grootste stad, al sinds de 15de eeuw een centrum van scheepsbouw en handel, veranderde in de vorige eeuw in een afgebladderd oord met een ruige reputatie. Inmiddels hebben roet en verval plaatsgemaakt voor een glanzende cultuurstad die zijn industriële erfgoed kunstzinnig gebruikt.
In januari luiden de trotse Schotten hun eigen ‘Jaar van Innovatie, Architectuur en Design’ in. De Turner Prize, de belangrijkste Britse kunstprijs en -expositie, vindt voor het eerst in Schotland plaats en wordt op 17 januari afgesloten in de Tramway, de oude tramremise van Glasgow.
Maar het is de muziek die het culturele hart van Glasgow nóg sneller doet slaan – van populaire hits op de doedelzak, in de Buchanan Street, tot de smartlappen die het publiek in befaamde clubs als King Tut’s Wah Wah Hut verleiden. ‘De typische muzikant uit Glasgow? Moeilijk te omschrijven,’ zegt Stirling Gorman, die samen met broer Cha in de band King of Birds speelt. ‘Misschien is het die wat stoere Glasgow-bravoure die ons verbindt.’ —Kimberly Lovato
12 / 20
Fotograaf
Menno Boermans
Hoe vaak je ook op wintersport bent geweest, wie afreist naar Hokkaido beleeft een ski-ervaring zoals je nergens anders vindt. Japans noordelijkste eiland – omgeven door vochtige zeelucht en gekoeld door het nabijgelegen Siberië – is in de winter bijna dagelijks gezegend met sneeuwval, op sommige plekken tot maar liefst 21 meter.
De yuki valt in een uiterst luchtige vorm, waardoor een heus poederparadijs voor skiërs en snowboarders ontstaat. Het bekendste oord is Niseko, in de zuidwesthoek van Hokkaido, maar Kiroro, op twee uur rijden van Sapporo’s luchthaven Chitose, is de verborgen parel. Terwijl jongeren spelen en leren in de Annie Kids Ski Academy, maken de ambitieuzere freeriders eindeloos verse sporen op de pieken van de Nagamine en Asari.
Echte avonturiers ondernemen een twee uur durende gegidste klim naar de vulkaan Yoichidake, waar naast een fraai uitzicht nog meer maagdelijke sneeuwhellingen zich openbaren. Terug in het dal is het tijd voor de après-ski: je kunt relaxed badderen in de Shinrin no Yu Onsen, een natuurlijke warmwater bron, of in een van de restaurants genieten van overheerlijke sushi of yakitori-gerechten, uiteraard vergezeld van een glaasje lokaal gestookte Yoichi-whisky. Terwijl buiten de sneeuwvlokken neerdwarrelen, kom je tot diepe rust. Je bent in het hier en nu. Helemaal zen. —Menno Boermans
Bekijk ook Menno’s uitgebreide reportage over deze regio!
13 / 20
Fotograaf
Jim Zuckerman/HH
Op Madagaskar, het eiland dat zo’n 400 kilometer uit de kust van Oost-Afrika ligt, hebben zich de afgelopen 2000 jaar migranten uit Polynesië, Azië, Afrika en Europa gevestigd. Dat heeft een rijke cultuur opgeleverd waarvan met name de voorouderverering in het oog springt. De famadihana, een dans met de doden, is hier een bijzonder voorbeeld van. Eens in de zeven jaar worden overleden dierbaren door hun familie opgegraven en liefdevol in nieuwe doeken gewikkeld. De doden krijgen de laatste familienieuwtjes te horen en staan centraal in een dansfeest dat tot zonsopgang duurt. Dan worden de dierbaren samen met drank, geld en andere geschenken opnieuw begraven. Tussen juni en september kun je in de centrale hooglanden getuige zijn van dit bijzondere fenomeen. —Marianne Wilschut
14 / 20
Fotograaf
Tobias Bernhard/HH
Met de in 2018 geplande stemming over onafhankelijkheid lijkt 2016 een goed jaar te worden om het mooiste stukje Frankrijk – op een slordige 17.000 kilometer van Parijs – te trakteren op een bezoekje. Nieuw-Caledonië heeft namelijk alles in huis om ’s werelds meest geliefde paradijseiland te worden, maar van toerisme is amper sprake.
Sinds het begrip bucketlist zijn intrede heeft gedaan in het reizigersjargon, lijkt iedere toerist een tomeloze drang tot lijstjesmakerij te hebben ontwikkeld. Nummers 1 tot en met 5 staan vaak al jaren in steen gebeiteld, maar dan duikt Nieuw-Caledonië plots op om brokken te maken. Met honderden kilometers aan verlaten hagelwitte zandstranden, weelderige jungles vol kleurrijke dier- en plantensoorten, ruwe hoogvlakten en vruchtbare valleien, de grootste lagune (en tweede grootste rif) ter wereld en een immer glimlachende bevolking baant de Frans-Melanesische archipel zich al snel een weg naar plek 1 op menig wenslijstje.
Dat Nieuw-Caledonië nog een toeristische zwarte vlek is in het oog van de wereldreiziger, zou een gigantisch raadsel genoemd kunnen worden. Maar de verklaring is vrij simpel: de bodem van het hoofdeiland Grande Terre zit (of beter: zat) boordevol waardevolle nikkel, waardoor de plaatselijke overheid nooit de financiële noodzaak heeft gevoeld om eender welke vorm van toerisme te promoten. Een slimme keuze, ware het niet dat de nikkelmijnen langzaamaan dreigen uit te drogen en de archipel zich vliegensvlug moet omscholen tot toeristische trekpleister. Dat het leven er duur is en de vluchten er naartoe lang en eveneens kostelijk, helpt natuurlijk niet, maar tot de verkiezingen in 2018 heb je als Europeaan tenminste geen visum nodig om dit aards paradijs te betreden. —Sebastiaan Bedaux
15 / 20
Fotograaf
George Steinmetz
Als je denkt dat je de meest bezochte stad van de VS kent, moet je misschien nog eens goed kijken. Het afgelopen jaar zijn in New York City het hoogste kantoorgebouw (het One World Trade Center; 541 meter) en de hoogste woontoren (432 Park Avenue; 426 meter) van het westelijk halfrond verrezen, behorend tot een reeks gedurfde nieuwe wolkenkrabbers die de beroemde skyline drastisch veranderen.
Ook openbare ruimten zijn nieuw leven ingeblazen, van de oevers van Lower Manhattan en Brooklyn tot de High Line en het nieuwe Whitney Museum aan de West Side. Het uitzicht vanaf het panoramadek op de 102de etage van het One World Trade Center? Adembenemend. En vanuit een helikopter? Helemaal verbluffend, want je ziet verborgen plekjes, daktuinen en de drukte beneden je vanuit een heel nieuw perspectief: ’s winters hult de grijsbruine metropool zich in het wit, in de lente bloeien blokken van kleur op. Je kunt Sinatra bijna horen zingen, over ‘old New York’ in een nieuwe jas. —George Steinmetz
16 / 20
Fotograaf
Per-Andre Hoffmann/Aurora Photos
Elke familie heeft een buitenbeentje, en onder de Zuidoost-Aziatische staten is dat de Filipijnen. Dit land van 7107 eilanden (waarvan zo’n 2000 bewoond) was ooit een los verband van Indo-Maleise stammen die bijna vierhonderd jaar onder Spaans gezag vielen en daarna 48 jaar lang een Amerikaans gebiedsdeel vormden. Vandaar die bijzondere Filipijnse mix van stammentrots, katholieke passie, Amerikaanse cultuur en tropische vriendelijkheid.
Bezoekers blijven doorgaans niet hangen in de modderige en overvolle hoofdstad Manilla, maar een bezoek aan een van de Spaanse kerken in het oude, ommuurde centrum Intramuros of een wandeling bij zonsondergang rond de Baai van Manilla is een must.
Daarna is het kiezen uit duizenden stranden, van het roze zand van Isla Gran Santa Cruz tot het zwarte zand van Albay. Rond de eilanden Palawan, Apo en Siargao genieten duikers van honderden koraal- en vissoorten. De Hamiguitan-bergen, op het zuidelijke eiland Mindanao, zijn net als de rijstterrassen van het noordelijke Luzon werelderfgoed, waar ruim 1300 landdiersoorten leven, zoals de bedreigde apenarend.
De Filipijnen mogen dan een ‘apart’ familielid zijn, maar wel eentje die je altijd zal uitnodigen voor een maaltijd, met een unieke fusie van hartige, zoetzure en kruidige smaken. —Erik R. Trinidad
17 / 20
Fotograaf
Gerhard Westrich/Laif/Redux
Wie in het merengebied van Mazurië in Polen het geluk heeft met een groep kampeerders rond een houtvuur te zitten, zal bijna zeker worden vergast op een populair zeillied over de pracht van de streek. ‘In het lied worden de schatten bezongen die we hier koesteren,’ zegt Maciej Milosz, mede-eigenaar van een botenverhuurbedrijf, ‘zoals rijke visvangsten, wilde paddenstoelen om te eten en onvoorstelbaar uitgestrekte wouden.’
Het Mazurisch Merenplateau, tweehonderd kilometer ten noorden van de hoofdstad Warschau, telt zo’n tweeduizend meren die door rivieren en kanalen zijn verbonden. De streek is altijd een geliefd vakantieoord voor de Polen geweest, en dé bestemming voor mensen die van het eenvoudige landleven houden.
’s Zomers wemelt het op de Meren van de zeilbootjes, terwijl de rode daken van plaatsjes als Giżycko en MikoÅ‚ajki uitkijken over windsurfers en zwemmers. Wie afzondering wil, vindt een rustig plekje aan de waterkant in natuurparken als Nidzkie of de ÅÂÂuknajno-meren, zonder motorboten. Helemaal alleen ben je hier nooit, want het diepblauwe water van de meren trekt duikende aalscholvers, knobbelzwanen en roepende ooievaars. En in het Woud van Pisz, een overblijfsel van de ongerepte wildernis die eens heel Noord-Polen bedekte, leef je naast herten, elanden, wolven, everzwijnen en de schuwe lynx. Genoeg dus om te bezingen. —Adam Robinski
18 / 20
Fotograaf
David Doubilet/National Geographic Creative
Niets kon Sherla Mathurin lang van de Seychellen weghouden, zelfs niet de luxe van Bahrein. De voormalige privékok van een lid van het Bahreinse vorstenhuis is weer in haar geboorteland, waar ze lesgeeft in het bereiden van geurige creoolse curries en zeevruchtensalades, met uitgelezen specerijen, inktvis die ’s ochtends is gespiesd en snapper die met de lijn is gevangen – de eigen luxe van de Seychellen.
De 115 eilandjes van de Seychellen liggen op 1770 kilometer voor de kust van Kenia in de Indische Oceaan. En ze kunnen zich beroemen op uitzichten die een koningin doet stoppen. Tijdens haar bezoek in 1972 liet Elizabeth II haar konvooi halthouden bij de Mission Lodge aan de Sans Souci-bergweg, op het hoofdeiland Mahé, voor een ingelaste Engelse theepauze met uitzicht. Zes zwaarbewaakte zeereservaten vormen een toevluchtsoord voor bedreigde karetschildpadden, langsnuitdolfijnen en ruim duizend vissoorten.
In het werelderfgoed van de Vallee de Mai op het eiland Praslin – dat soms aan Jurassic World doet denken – vind je de Seychellen-blauwe duif en andere inheemse soorten, naast de endemische coco-de-mer-palm, die vruchten met de grootste plantenzaden ter wereld voortbrengt. Als in een Hof van Eden ligt de natuurlijke overvloed van de Seychellen gewoon voor het oprapen. —Lola Akinmade
19 / 20
Fotograaf
Frans Lanting/National Geographic Creative
Op een keienstrand staan honderdduizenden koningspinguïns samengepakt in een lawaaierig mozaïek van zwart-witte stippen in plukjes grasland. Ertussen blaffen pups van pelsrobben en denderen zeeolifanten de branding in. Erboven beheersen albatrossen het luchtruim, scherend langs leigrijze klippen en gletsjers die onmerkbaar de oceaan in glijden.
Welkom op South Georgia, een 160 kilometer lange reeks bergen die, 2100 kilometer ten oosten van de Argentijnse stad Ushuaia, uit zee oprijst. ‘Een verbluffend spektakel voor de zintuigen,’ zegt Eric Wehrmeister, videograaf voor Lindblad Expeditions op de National Geographic Explorer, een van de weinige passagiersschepen die dit afgelegen eiland aandoen. Een eeuw geleden was South Georgia het beloofde land voor de gestrande ontdekkingsreiziger Ernest Shackleton en zijn mannen, die in een reddingssloep bijna 1300 kilometer over een van de ruigste zeeën op aarde naar dit eiland voeren om hulp te zoeken.
Het Britse overzeese gebiedsdeel is nog steeds alleen per schip bereikbaar: wie de pittige vijfdaagse cruise vanuit Ushuaia – met zomertemperaturen ver beneden nul – doorstaat, ziet bergen die geen mens heeft beklommen, zeldzame kruisingen tussen de gewone en blauwe vinvis en nieuwsgierige, één meter hoge pinguïns, in een gebied dat nog even ongerept is als in
de tijd dat Shackleton en anderen deze witte plek op de kaart invulden. —Kate Siber
20 / 20
Fotograaf
Yadid Levy/Anzenberger/Redux
Het bescheiden Uruguay stond de laatste tijd in de belangstelling dankzij de verfrissende José Mujica, van 2010 tot 2015 president van het land, die in een bouwval aan een onverharde weg woonde en bijna zijn hele salaris aan goede doelen gaf. De aandacht is terecht: het op één na kleinste land van Zuid-Amerika, ingeklemd tussen de reuzen Brazilië en Argentinië, is een oase van stabiliteit.
De stranden, luxehotels en kunstscene van Punta del Este trekken een modebewust internationaal publiek. In het oosten liggen glinsterende wetlands, langs de Atlantische kust tot aan Brazilië, waaronder het biosfeerreservaat Bañados del Este, met zijn honderd vogelsoorten. Dan is er de 17de-eeuwse Colonia del Sacramento, die wegens de Spaans-Portugese architectuur in haar oude centrum een plekje veroverde op Unesco’s werelderfgoedlijst.
De helft van de 3,3 miljoen Uruguayanen woont in Montevideo, ‘de rustigste hoofdstad van Latijns-Amerika, of je nu langs de Río de la Plata kuiert of een boetiek of museum bezoekt’, aldus schrijver en regisseur Carolina de Robertis. Het bekijken waard is ook de koloniale Oude Stad en de fraaie kostuums in het Museo del Carnaval.
Uruguay mag dan overschaduwd worden door zijn grote buren, voor een land waar niet generaals maar kunstenaars op de bankbiljetten prijken, is dat misschien niet zo slecht. —Wayne Bernhardson
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.