Blogposts
Blog
Geplaatst op zondag 23 oktober 2022 @ 01:06 door Travelboy , 1387 keer bekeken
Geef hem een vliegtuig en hij springt erop. Maandagavond trapt Tom Waes (53) het nieuwste seizoen af van ‘Reizen Waes’, waarin hij vecht tegen de hitte in Dubai en rust vindt in São Paulo. Intussen reist hij al bijna tien jaar van hot naar her, maar de succesformule lijkt immuun voor slijtage. “Er zijn nog genoeg plekken te bezoeken. Maar de dag dat ik zelf niet meer verwonderd ben, stop ik.”
Sinds het laatste seizoen van Reizen Waes, afgelopen voorjaar, is er best wat gebeurd in het leven van Tom Waes. ’s Lands populairste televisiegezicht ging na achttien jaar uit elkaar met zijn verloofde Mieke, niet veel later viel zijn naam in de discussie over de toplonen bij de VRT – “Ik heb het er niet graag over, want elk antwoord dat ik geef zal het foute zijn.”
Liever heeft hij het over zijn werk. Vanaf maandag zendt Eén nieuwe afleveringen van het reisprogramma uit, waarin Waes opnieuw vier wereldsteden bezoekt. Beginnen doet hij maandag in Mumbai (India), daarna gaat het nog naar Nairobi (Kenia), São Paulo (Brazilië) en Dubai (Verenigde Arabische Emigraten).
Op Instagram zag ik in september nog foto’s vanuit Dubai. Mag ik daaruit opmaken dat de opnames nog niet zo lang geleden zijn?
“Klopt. Je zal me nooit horen klagen over mijn job, maar we draaien zo’n programma wel aan een pittig tempo. Ik was nog maar drie dagen thuis uit São Paulo of ik moest alweer vertrekken naar Dubai.”
Tom Waes op bezoek in Dubai.
De jetlag is intussen al verteerd?
“Ik weet niet hoe het komt, maar ik heb daar weinig last van. Ik heb een soort aangeboren immuniteit voor jetlags, denk ik. Waar ik het wel steeds moeilijker mee heb, is dat oeverloos gedoe aan die douane. Het verschil tussen alleen reizen en met een cameraploeg is enorm. Wij klagen hier al over de bureaucratie, maar in Mumbai hebben we vier uur verloren op de luchthaven. En nog een formulier, en nog eens naar de 14de verdieping, en nog een stempeltje. Als je weet dat je vier uur later opnieuw je bed uit moet om te gaan draaien, word je daar horendol van.”
Wat is je, behalve ergernissen aan de douane, bijgebleven van de reizen?
“Ik stond op voorhand een beetje wantrouwig tegenover Dubai. Dat leek me zo’n vreemde plek. Zelf zou je me daar met geen stokken naartoe krijgen, dus koos de redactie als insteek: Kunnen we hem overtuigen?”
En? Missie geslaagd?
“Half. Ik ben blij dat ik het met m’n eigen ogen gezien heb, maar ik hoef daar nooit meer opnieuw te komen. Ik vertrek op reis om kennis te maken met andere culturen, andere mensen. Dubai is nog zo’n jonge wereldstad,daar is geen eigen cultuur. Behalve aan het strand liggen zou ik niet weten wat je daar kan doen. Het hoogste gebouw ter wereld staat daar, ja. En het grootste aquarium. Maar daar raak je ook snel op uitgekeken.”
Het persbericht leert me dat je daar ook net ging draaien in de warmste maanden van het jaar.
“Dat was de rode draad, we zijn telkens in het foute seizoen gaan filmen. (lacht) In Dubai was het 40 graden, ondraaglijk. Zelfs de inwoners zagen af. De enige toeristen die je daar op dat moment ziet, komen voor hun werk of omdat het goedkoop is. Je kan enkel een linnen hemd en een linnen broek aandoen, maar na vijf seconden plakken die al aan je lijf. Ik ga liever naar koude landen. Daartegen kan je je wapenen. Tegen warmte sta je kansloos.”
Waes in São Paulo, alias ‘the concrete jungle’.
Je bezocht ook São Paulo. Was je daar ooit al geweest?
“Ja, maar op doorreis. Nu heb ik het echt leren kennen. Ze noemen dat daar de concrete jungle, omdat je daar omgeven bent door betonnen wolkenkrabbers. Er woont 25 miljoen man, maar toch voelt het niet zo. Het straalt een zekere rust uit. Het heeft een paar dagen geduurd voor ik besefte waarom, maar er hangt geen reclame in die stad. Een beslissing die de burgemeester een jaar of acht geleden invoerde. Geen billboards, geen LED-schermen, geen slogans van Coca-Cola. Pas als je terug in Brussel landt, besef je wat voor verschil dat maakt.”
In Mumbai, de dichtst bevolkte stad ter wereld, ervaarde je waarschijnlijk het tegenovergestelde.
“Als je daar de straat opgaat, moet je echt een mentale klik maken. Honderden mensen lopen er rond op zo’n voetpad, allemaal in je personal space. Op den duur kregen de cameramensen en ik de slappe lach, omdat het zo’n absurde situatie was. Iedereen staart je daar ook aan… Het is een belevenis, maar het is goed dat je na een paar dagen weer naar huis kan.”
Waes maakt het programma intussen al tien jaar, maar plakt er nog geen einddatum op. “De insteek is veranderd, net zoals ik als mens veranderd ben.”
Volgend jaar loopt het programma tien jaar. Hoelang zie je jezelf nog doorgaan?
“Ik bekijk dat seizoen per seizoen. Er zijn nog genoeg plekken te bezoeken. Maar de dag dat ik zelf niet meer verwonderd ben, stop ik. Aanvankelijk gingen we naar plekken die ons door iedereen werden afgeraden. Daarna werden de bestemmingen iets extremer, denk maar aan de kannibalen van Vanuatu. En in de afleveringen die we vlak voor de coronacrisis maakten, zoals ons bezoek aan Noord-Ierland, spitsten we ons iets nadrukkelijker toe op maatschappijkritiek. De insteek is dus wel degelijk veranderd. Net zoals ik als mens veranderd ben.”
De kijkers lusten er in elk geval nog steeds pap van. Hoe voelt dat eigenlijk, hét kijkcijferkanon zijn van de VRT?
“Eerlijk? Ik ben daar weinig mee bezig. Als ik dat voortdurend in mijn achterhoofd hou, zou ik verlamd worden door de stress. Dat helpt je ook niet vooruit. Het aloude gezegde in de televisiewereld is dat je maar zo goed bent als je laatste programma. Als ik de kijkcijfers zie, denk ik dat we nog steeds onze vinger aan de pols van het publiek hebben. Wat dat betreft, heb ik een vrij betrouwbare onderbuik. Als ik iets écht goed kan, dan is het ‘ja’ zeggen tegen de juiste projecten. En vooral ‘nee’ tegen de verkeerde.” (lacht)
bron: www.nieuwsblad.be
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.