De Vakantietotaalclub

Je hoeft maar een reisbrochure open te slaan en daar staat het: all suite-hotel, papa mama hotel, pullmanbed, quad en nog heel wat andere moeilijke benamingen. Weet jij het verschil tussen een twin, queensize en kingsize bed? Of wat het verschil is tussen logies en half pension? Wij geven je een overzicht van belangrijke termen dat je moet weten als je een hotel boekt.

1. Soorten hotels
2. Verblijfsvormen
3. Hotelkamers
4. Beddensoorten
5. Keuken
6. Service
7. Overige woorden

1. Soorten hotels

•Airport hotel: Een hotel nabij een vliegveld. Het hotel heeft bijzondere services voor luchtreizigers, zoals een snelle uitcheckprocedure en een shuttlebus naar de vertrekhal van de luchthaven.
•All suite-hotel: Het all suite-hotel heeft enkel suites ter beschikking.
•Aparthotel: Aparthotel is een afkorting voor appartementenhotel. Het hotel heeft alle voordelen van een hotel, maar bestaat niet uit kamers, maar uit appartementen.
•Condotel: Een hotel dat uit 'condo's' bestaat. Er zijn dus geen echte kamers, maar eerder grote appartementen.
•B&B: Bed and breakfast. Het is een verblijfsaccommodatie dat meestal kortdurige verblijven aanbiedt. Ontbijt is in de prijs inbegrepen. Een B&B is gevestigd in een huis en de eigenaren van het huis runnen de bed and breakfast.
•Charmehotel: Kleine hotels die door de eigenaar zelf worden gerund. Een charmehotel heeft vaak een persoonlijke inrichting en gastvrijheid staat in zo'n hotel centraal.
•Dorpshotel: Het komt meestal voort uit een dorpscafé met enkele slaapkamers. Een ander woord voor een dorpshotel is ook passantenhotel.
•Etappehotel: Een hotel dat meestal gebruikt wordt om één keer te overnachten op de doorreis naar of de terugreis van een bestemming. Andere benamingen voor een etappehotel zijn een routehotel, een stopoverhotel en een passantenhotel.
•Familiehotel: Een hotel dat gespecialiseerd is op het verblijf van gezinnen.
•Hotel garni: Een hotel dat enkel logies ter beschikking heeft en geen restaurant heeft.
•Kurhotel: Een hotel waar je ter ontspanning of genezing kunt komen. De nadruk bij een kurhotel ligt op de menselijke gezondheid.
•Motel: Een passantenhotel met een goede ligging aan een verkeersweg. Een motel heeft een snelle uitcheckprocedure.
•Papa mama hotel: Dit is niet zoals je wellicht zou verwachten een hotel vóór papa's en mama's - al zijn die ongetwijfeld ook welkom - maar het betreft een hotel dat uitgebaat wordt door een familie.
•Paviljoenhotel: Een hotelcomplex dat bestaat uit meerdere appartementen en bungalows.
•Pension: Een pension is een logiesaccommodatie die meestal uitgebaat wordt door een echtpaar of één eigenaar.
•Resort: Een resort is een vakantieverblijf met verscheidene mogelijkheden om je te vermaken. Een resort bevat doorgaans verschillende verblijfsvormen zoals appartementen, vakantiehuisjes, bungalows en een hotel.
•Standplaatshotel: Het hotel waar je je hele vakantie doorbrengt.
•Stationshotel: Dit is een hotel gelegen op een treinstation. Treinreizigers krijgen hier vaak korting bij een overnachting.
•Vakantiehotel: Dit hotel verhuurt kamers, heeft een aantal recreatieve faciliteiten ter beschikking en serveert maaltijden in de eetzaal of het restaurant.
•Verblijfshotel: Een verblijfshotel is volledig ingesteld op vakantiegangers en het vermaak van de gasten is het belangrijkste doel van zo'n hotel. De verblijfsduur van de gasten ligt op minimaal één week.Zakenhotel: Een zakenhotel heeft extra faciliteiten om te werken en te vergaderen. Het hotel is dus vooral gericht op het verblijf van zakenmensen.

2. Verblijfsvormen

•Logies: Overnachting, doorgaans zonder ontbijt. Vaak kun je ook 'logies ontbijt' boeken, waarbij het ochtendmaal dus is inbegrepen.
•Halfpension: Zowel de overnachting als ontbijt en diner, zijn inbegrepen in de prijs.
•Volpension: Naast de overnachting zijn zowel het ontbijt als de lunch en het avondmaal inbegrepen in de prijs.

•All inclusive: Een hotel waar alle maaltijden en ook drankjes, evenals de meeste lokale alcoholische versnaperingen tussendoor inbegrepen zijn. Bepaalde sportactiviteiten zijn vaak eveneens in de prijs inbegrepen.

3. Hotelkamers

•Adjoining rooms: Twee hotelkamers die naast elkaar liggen.
•Connecting rooms: Twee hotelkamers die naast elkaar liggen en een verbindingsdeur hebben.
•Db: Een hotelkamer voor twee personen met een badkamer.
•Do: Een hotelkamer met douche.
•Hotelsuite: De duurste kamer die je kunt huren in het hotel.
•Meerzicht (Mz): Vanuit je kamer heb je uitzicht op het meer. Vaak moet je hiervoor een hogere prijs betalen.
•Single: Een eenpersoonskamer.
•Triple: Een driepersoonskamer. Meestal heeft de kamer een tweepersoonsbed en een eenpersoonsbed
•Quad: Een hotelkamer waar plaats is voor vier personen.
•ZZ: ZZ staat voor zeezicht vanuit de kamer. Let op: in veel gevallen heb je weliswaar een heel mooi zicht op zee, maar soms kan het voorvallen dat het uitzicht beperkter is, door bomen of laagbouw voor je raam of balkon.

4. Beddensoorten

•Twin: Twee aparte bedden.
•Double: Een standaard tweepersoonsbed.
•Kingsize bed: De lengte van een standaardbed is 1,90 meter. Van een kingsize is dat twee meter. De breedte van een standaard tweepersoons bed varieert tussen 1,20 en 1,80 meter. Een kingsize heeft een breedte van 1,90 meter.
•Queensize bed: Van een queensize is de lengte eveneens twee meter, even groot dus als een kingsize bed. Het verschil met een kingsize is dat de breedte bij een queensize bed kleiner is, namelijk 1,6 meter.
•Pullmanbed: Een opklapbaar bovenbed. Een dergelijk bed komt meestal voor op schepen en in treinen.
•Cot: Je kunt in een hotel vragen naar een cot. Dan wordt een kinderbedje in de kamer bijgezet, zodat het kind in een apart bed kan slapen.

5. Keuken

•Aide de cuisine: De basiskok die gerechten bereidt in de keuken van restaurants en hotels.
•Continental breakfast: Geen buffetvorm. Een eenvoudig ontbijt met koffie of thee en brood of croissants met jam.
•English breakfast: Een uitgebreid ontbijt zoals het in Engeland geserveerd wordt. Meestal wordt het English breakfast in de weekends geserveerd en niet door de week. Het ontbijt bestaal uit gebakken spek met roerei of gepocheerde eieren en vaak nog worst en/of bonen.
•Diner buffet: Een lopend buffet dat warme en/of koude maaltijden serveert.
•En pension: Tijdens een lang verblijf krijg je iedere dag drie maaltijden
•Glutenvrij: Dit is een speciale bereiding van de maaltijd. Voedsel dat glutenvrij is, bevat geen gerst, haver, rogge of tarwe.

6. Service
•Doorman: Een portier die bij de ingang van het hotel staat.
•Bell boy: Ook wel piccolo genoemd. Deze hotelmedewerker brengt de koffers van de gasten naar boven en het is normaal om hem daarvoor een fooi te geven.
•Call Service: Ook wel de wekservice. Je kunt als gast vragen aan de receptie om je op een bepaald tijdstip wakker te bellen.
•Valetservice: De was- en stomerijservice in een hotel.

7. Overige woorden die je vaak tegen zult komen:

•Complimentary: Een complimentary room is een gratis kamer voor de begeleider van een groep die in hetzelfde hotel verblijft. Zo bestaan er ook complimentary tickets, complimentary meals en complimentary seats (voor concerten of een rondvaart op een boot).
•Contingent: Het aantal plaatsen die nog beschikbaar zijn in een hotel. Deze term wordt ook gebruikt voor het vliegtuig.
•Day use en day rate: Wanneer je een hotelkamer alleen overdag gebruikt (denk aan een stop-over), dan biedt het hotel soms een 'day use', waarbij je de kamer doorgaans aan het begin van de avond moet verlaten en waarvoor je een day rate betaalt. Dit is meestal de helft van de normale kamerprijs.
•Loggia: Een overdekt terras of veranda langs de gevel van het hotel.
•Repeater: Een gast die vaker terugkeert naar hetzelfde hotel. Als repeater krijg je vaak speciale kortingen en bijzondere services.
•Runner: Op stations vind je vaak runners die reizigers trachten te werven als gast voor een hotel. Runners bieden reizigers ook vaak tegen betaling autovervoer aan. Dit is dan een illegale concurrent van de taxi.

bron: www.columbusmagazine.nl