Blog
Geplaatst op dinsdag 14 december 2021 @ 01:22 door Travelboy , 1002 keer bekeken
De populaire Duitse markten met hun heidense herkomst werden ooit door de nazi’s omarmd en worden inmiddels over de hele wereld gehouden.
Ieder jaar weer veranderen pleinen in heel Europa tijdens de feestdagen in een winterwonderland. Houten hutten versierd met twinkelende lichtjes en hulsttakken staan langs laantjes. Overal klinken kerstliedjes en handelaren verkopen gloeiendhete glühwein, handgemaakte versieringen en kerstbeeldjes. Alleen al in Duitsland, waar de traditie vandaan komt, worden doorgaans 2.500 tot 3.000 kerstmarkten per jaar gehouden.
Maar de Duitsers moeten het dit jaar voor de tweede keer op rij stellen zonder deze karakteristieke kersttraditie. Nu het aantal COVID-19-gevallen in heel Europa weer oploopt, blazen Duitse steden de markten af, slechts enkele dagen voordat ze open zouden gaan.
Volgens sommige historici maakt een tweede jaar van gemis van deze gezellige kersttraditie in de steden des te duidelijker hoe belangrijk deze culturele gewoonte is. Zij pleiten ervoor om de Duitse markten op te nemen op de UNESCO-lijst van immateriële culturele erfgoederen, net als bijvoorbeeld de Turkse koffiecultuur, Jamaicaanse reggaemuziek en de vuurfestivals tijdens de zomerzonnewende in de Pyreneeën.
‘Het gaat bij deze markten niet alleen om het kopen van een beeldje,’ zegt hoogleraar Dirk Spennemann van de Australische Charles Sturt University. Hij is hoogleraar op het gebied van cultureel erfgoed en heeft samen met anderen onderzoek gedaan naar kerstmarkten. ‘Het is de totale beleving van geluid, geur, beelden, maar ook de lichamelijke aanwezigheid van anderen om je heen.’ Spennemann stelt bovendien dat ‘immaterieel cultureel erfgoed’ bestaat uit tradities die veranderlijk zijn en steeds door nieuwe generaties opnieuw worden vormgegeven.
Dat gaat zeker op voor kerstmarkten. In de loop van hun eeuwenlange historie zijn ze aangepast aan de veranderende politieke en sociale gewoonten van elk nieuw tijdperk, van de tijd van de industriële revolutie tot de opkomst van de nazipartij.
De eerste kerstmarkten
De kerstmarkten in Europa stammen uit de Middeleeuwen, toen een groot deel van het continent bestond uit Duits grondgebied. Sommige Duitse kerstmarkten die nu nog worden gehouden zijn te herleiden tot de vijftiende en zestiende eeuw. Zo begon de markt in Dresden als een markt voor één dag, op de dag voor Kerstmis in 1434. Het oudste bewijsmateriaal voor de kerstmarkt in Neurenberg dateert van 1628, hoewel het vermoeden bestaat dat de markt in ieder geval in 1530 al werd gehouden.
Spennemann vertelt dat het niet duidelijk is of deze eerste markten een relatie hadden met kerst, of dat ze gewoon rond de kersttijd werden gehouden. In die tijd leefden mensen in kleine gemeenschappen op loopafstand van een kerk waar markten werden gehouden voor alle religieuze feestdagen. De wintermarkt was meestal de grootste. Lokale handwerklieden verkochten er voorwerpen van aardewerk, vlees, bereide etenswaren en mogelijk enig snoepgoed, als suiker niet te duur was.
Er zijn weinig beschrijvingen van de sfeer op die eerste markten, of over het moment dat er een overgang was naar de verkoop van kerstbomen, kerststalletjes en speelgoed. Er zijn wel illustraties waarop te zien is dat rijke Duitsers over het centrale plein van de markt flaneren, terwijl de armen inkopen deden bij de achteraf gelegen kraampjes. Maar volgens Spennemann werden deze illustraties waarschijnlijk gemaakt door kunstenaars uit een latere tijd, die verlangden naar een in hun ogen idyllisch kerstverleden: elke sociale klasse kende zijn plek.
De kerstmarkt in Dresden, de Striezelmarkt, wordt vaak genoemd als een van de eerste kerstmarkten in Duitsland. Hij begon als markt voor één dag, op de dag voor Kerstmis in 1434. Inmiddels komen er jaarlijks meer dan 2,5 miljoen bezoekers op af.
FOTO VAN ALPINEGUIDE, ALAMY STOCK PHOTO
De industriële revolutie aan het begin van de negentiende eeuw was van grote invloed op de kerstmarkten. De hogere levensstandaard en de opkomst van de werkende klasse leidden tot een aanzienlijke groei van de kerstmarkten. Zo breidde de kerstmarkt in Berlijn uit van 303 kraampjes in 1805 tot zo’n 600 kraampjes in 1840.
Naarmate de markten zich steeds meer op de arbeidersklasse richtten, haalde de elite zijn neus op voor de goedkope spullen die er werden verkocht. Politiebeambten in steden in heel Duitsland beklaagden zich over het opstandige schorriemorrie dat er kwam.
‘De markten werden gezien als morsig, en soms zelfs bedreigend of gevaarlijk,’ aldus hoogleraar Europese en Duitse geschiedenis Joe Perry, van de Amerikaanse Georgia State University en auteur van het boek Christmas in Germany: A Cultural History.
Aan het eind van de negentiende eeuw waren er ook kapitalistische krachten die de markten tegenwerkten. De eigenaren van nieuwe warenhuizen in het centrum van de steden pleitten voor een verplaatsing van de markten, om concurrentie te voorkomen.
Steden van Berlijn tot Neurenberg gaven de kerstmarkten een nieuw onderkomen aan de randen van de stad, waar ze tientallen jaren lang een kwijnend bestaan leden.
De nazi’s blazen de kerstmarkten nieuw leven in
In de jaren dertig keerden de kerstmarkten weer terug in de centra van Duitse steden – met hulp van de nationaal socialisten.
Leden van de Hitlerjugend verkopen zelfgemaakt speelgoed op een kerstmarkt in Berlijn in december 1943. De kerstmarkten in Berlijn en andere steden waren aan het wegkwijnen totdat de NSDAP ze weer leven inblies. Het doel was hiermee de economie te stimuleren en tegelijkertijd te zorgen voor een gevoel van trots voor de unieke, Duitse tradities.
FOTO VAN BERLINER VERLAG, ARCHIV/PICTURE-ALLIANCE/DPA/AP IMAGES
Kerst was in die tijd een politiek strijdtoneel; politici probeerden de traditie aan te passen aan hun antikapitalistische of atheïstische denkbeelden. Toen Adolf Hitler in 1933 bondskanselier werd, liet zijn pas aan de macht gekomen partij er geen gras over groeien. In plaats van een religieuze feestdag die vrede op aarde uitdroeg, werd Kerst een nationalistisch feest ter meerdere glorie van het Duitse verleden. In een artikel voor het tijdschrift History beschrijft Erin Blakemore hoe partijbonzen kerststalletjes voorzagen van nazisymbolen, adventkalenders vulden met partijpropaganda en kerstliedjes als ‘Stille nacht’ zo herschreven dat hun christelijke achtergrond meer op de achtergrond kwam.
Dit was niet voor het eerst. Perry wijst erop dat het idee van een cultureel Duits kerstfeest stamt van ‘heel, heel lang geleden.’ Van veel tradities, van adventkalenders tot kerstbomen, wordt gedacht dat ze oorspronkelijk in Duitsland begonnen. Zo zou de protestantse kerkhervormer Maarten Luther de eerste zijn geweest die kaarsjes in een kerstboom deed, na een avondwandeling onder een sterrenhemel in een Duits bos.
Kerstmarkten pasten naadloos in het streven om kerstmis te koppelen aan de nazi-ideologie, omdat deze een al bestaande, populaire traditie waren. Zo verplaatste de nazi-burgemeester van Neurenberg, Willy Liebel, de markt in 1933 terug naar het stadscentrum. Hij zag dat ‘als een manier om wat hij de ‘on-Duitse en rassenvreemde invloeden’ tegen te gaan die hadden gezorgd voor de verhuizing van de markt,’ zo schrijft Perry in zijn boek.
Op deze markt werd ook voor het eerst een openingsceremonie met een christkind gehouden. Dit was meestal een meisje uit de buurt met blonde haren en blauwe ogen, dat een engelachtige figuur moest voorstellen. Het jaar erna begon de opening van de kerstmarkt in Berlijn met toespraken van nazikopstukken als Joseph Goebbels.
Niet veel later stelden de nationaalsocialistische politici regels op voor de decoraties van de kraampjes en de handelswaar die te koop mocht worden aangeboden, zoals in Duitsland gemaakte sierobjecten, speelgoed, handwerk, worst en snoepgoed.
Volgens Perry had dit streven om de markten weer nieuw leven in te blazen deels economische motieven. De nazi’s waren van mening dat de verkoop van in eigen land geproduceerde goederen midden in de Grote Depressie goed zou zijn voor de economie en de gemoedstoestand van de Duitse burgers.
En het werkte. In 1934 bezochten 1,5 miljoen mensen de markt in Berlijn. Dit record werd twee jaar later verbroken, toen het bezoekersaantal opliep tot 2 miljoen. Maar die economische bloei eindigde aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. In 1941 sloten veel steden hun markten.
De opkomst van kerstmarkten na de oorlog
Toen de oorlog eenmaal over was, maakten de Duitse kerstmarkten een razendsnelle comeback. In de tientallen jaren daarna nam de belangstelling alleen nog maar toe door de economische vooruitgang in de jaren zestig en zeventig en het opkomende consumentisme. Deze economische ontwikkelingen maakten van de kerstmarkten grootschalige culturele evenementen: het is niet ongebruikelijk dat er tijdens een willekeurig weekend tot wel duizend toerbussen met bezoekers arriveren in een stad.
Klanten wachten op 29 november 1959 bij een wafelkraam op een kerstmarkt in Oost-Berlijn. Op de kerstmarkt werd alleen verkocht aan Oost-Duitsers en inwoners van de Sovjet-Unie.
FOTO VAN ADN ZENTRALBILD, PICTURE-ALLIANCE/DPA/AP IMAGES
De nationaalsocialistische invloed op de vormgeving van de kerstmarkten werd grotendeels weggemoffeld, ondanks het feit dat de veel van de door de nazi’s in het leven geroepen tradities in stand bleven. Toen er in 1948 voor het eerst na de oorlog weer een kerstmarkt in Neurenberg werd gehouden, kwam ook het christkind weer terug, zij het met een vernieuwde welkomsttoespraak. (Wel werd tot 2019 voor een witte vrouw gekozen om die rol te spelen. De uitverkiezing van een biraciale tiener in dat jaar leidde tot racistische uitingen van extreemrechtse politici.)
Hoewel sommige Duitsers probeerden om de rol van de nazi’s bij het vormgeven van de kerstmarkten te verdoezelen, waren er volgens Perry ook andere politieke partijen die in de loop van de jaren hebben geprobeerd om hun stempel op de traditie te drukken. Begin twintigste eeuw probeerden marxisten om kerstmis als een heidens, in plaats van een religieus feest voor te stellen. De communistische partij in Oost-Berlijn probeerde het feest later ook naar hun hand te zetten. Er is altijd aan Kerstmis ‘geduwd en getrokken,’ aldus Perry.
In de jaren tachtig en negentig werden de Duitse kerstmarkten zo populair dat ze een cultureel exportproduct werden. Steden in de hele wereld, onder meer in de Verenigde Staten, Japan en India, organiseerden hun eigen, op Duitse leest geschoeide kerstmarkten, compleet met bratwurst, glühwein en twinkelende lichtjes. In het Verenigd Koninkrijk is het aantal kerstmarkten meer dan verdrievoudigd, van zo'n dertig in 2007 tot ruim honderd in 2017.
Duits immaterieel cultureel erfgoed
In Duitsland is het aantal kerstmarkten in de afgelopen vijftig jaar ook steeds toegenomen. Ten opzichte van de circa 950 markten in de jaren zeventig waren er het er in 2019 drie keer zoveel: circa drieduizend. Plaatselijke toerismebureaus zetten de markten in om mensen tijdens de meest ongure dagen van de winter te lokken. Tourondernemingen organiseren niet alleen meer bustours, maar bieden nu ook riviercruises aan langs kerstmarkten, met stops in steden langs de Donau, van Duitsland tot in Hongarije.
In 2021 zullen er geen marktstalletjes staan op het plein voor het oude stadhuis van Esslingen. Net als veel andere Duitse steden, moest ook deze stad de kerstmarkt afblazen vanwege het toenemende aantal coronagevallen.
FOTO VAN ROBERT HARDING PICTURE LIBRARY, NAT GEO IMAGE COLLECTION
Het zijn onder meer de heerlijke geuren, zoals van deze traditionele Duitse koekjes, die ervoor zorgen dat kerstmarkten een immaterieel onderdeel zijn van het culturele erfgoed van het land.
FOTO VAN INNA FINKOVA, ALAMY STOCK PHOTO
Maar de pandemie maakte aan dat alles een einde in 2020. Verschillende steden probeerden de markten na te bootsen via digitale portals of met drive-throughkraampjes, maar de reactie daarop was teleurstellend. Spennemann en Parker stellen in een artikel in het vakblad Heritage dat dit duidelijk maakt hoe belangrijk de echte markten zijn.
‘Het is duidelijk dat nabootsingen niet werken,’ zegt Spennemann. ‘Tenzij je mensen een virtuele 3D-beleving biedt en ze een flesje met geuren opstuurt, gaat het niet werken.’
Door de geschiedenis van de kerstmarkten vast te leggen, hopen de wetenschappers een basis te leggen voor het geval Duitsland zou besluiten om een aanvraag tot erkenning bij de UNESCO in te dienen. Maar volgens Spennemann is bescherming van de markten niet hetzelfde als ze vrijwaren van verandering. Het doel is juist om ze levend te houden via veranderingen.
Hij stelt dat sommige mensen vinden dat traditionele Duitse cultuur betekent dat je lederhosen draagt en drinkt uit een stenen kroes. ‘Zij bevriezen de cultuur, waardoor die wordt geritualiseerd en uiteindelijk sterft. Cultuur is een levende expressie die altijd zal veranderen. Dus daar moet je ook ruimte aan geven.’
Sterker nog, immaterieel cultureel erfgoed als de kerstmarkt is juist zo waardevol omdat deze zich steeds ontwikkelde en veranderde, afhankelijk van de tijdgeest. Het waren verbeteringen, maar soms ook inderdaad verslechteringen.
Amy McKeever is seniorauteur en redacteur bij National Geographic. Je kunt haar volgen op Twitter.
Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in het Engels op nationalgeographic.com
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.